Venice baby! Wie aan Venetië denkt, denkt zeer waarschijnlijk aan hordes toeristen, enige overdreven romantiek in gondels en aan bruggen. Nou, dat klopt allemaal zeker maar er is zoveel meer! Als je goed zoekt of de goede adresjes weet dan kan je ook in Venetië heerlijk eten voor redelijke prijzen, het is immers toch echt Italië. En dan natuurlijk hét drankje van Venetië dat we inmiddels allemaal kennen: de Spritz Veneziano. Maar hetgeen waarvoor ik inmiddels al 5 keer naar Venetië ben geweest is de biënnale. In de even jaren is dat de architectuur biënnale en in de oneven jaren de kunst biënnale. Dit jaar was het dus tijd voor de kunst biënnale!
Reis en verblijf
Wij vliegen graag vanaf Eindhoven Airport, zo ook dit keer. Met Ryanair vlieg je dan op Treviso, dit is 40 minuten met de bus naar het Piazzale Roma op de eilandjes van Venetië. Bij dit plein ligt ook het station van Venetië en vanaf hier kan je met vrijwel alle lijnen van de Vaporetto (de ‘waterbus’) naar de rest van de eilandjes van Venetië. Je kan met Transavia vanaf Eindhoven of Amsterdam of andere plekken ook op het Venetië Marco Polo vliegveld vliegen. Vanaf dit vliegveld kan je in een keer met de speciale Vaporetto van maatschappij Alilaguna naar de eilandjes van Venetië. Ik vind zowel vliegen op Treviso als op Marco Polo goed te doen en dit keer waren de vluchttijden voor Treviso fijner dus ging ik van zaterdag t/m dinsdag naar Venetië door te vliegen op Treviso. Op de terugweg kregen we het echter wel een beetje benauwd toen we een half uur stilstonden op de eenbaansweg door Treviso centrum heen maar gelukkig haalden we onze vlucht toch nog met een kwartier speling Dan is het maar goed dat Treviso een mini vliegveldje is waar je binnen 10 minuten bij je gate bent als er geen drukte is. Voor ieders bloeddruk is het verstandig om de volgende keer toch een bus eerder te nemen..
Voor het verblijf kan het aantrekkelijk lijken om een hotel of appartement op het vaste land te nemen, in Mestre is dat vaak. Dit is naar mijn mening echter heel erg zonde van de ervaring van Venetië omdat ik het juist het leukste vindt wanneer alle dagjes mensen van de cruises en het vaste land weer vertrokken zijn, vanaf een uur of 18:00. Wij waren met z’n drieën dit keer en wij hadden een appartement met 1 slaapkamer en een slaapbank in de woonkamer. Het was een goed onderhouden en redelijk ruim appartement in een erg leuke buurt. Voor een hotel of appartement in Venetië moet je zeker wel rekenen op een minimale prijs van 120 euro per nacht voor 2 personen.
De wijken van VENETIË
Wij zaten dit keer dus in de wijk Castello, dit beviel erg goed omdat er veel leuke restaurants en barretjes waren en het ligt vlakbij Arsenale en Giardini, de hoofdlocaties van de biënnale. De vorige keer (in 2017) zaten we in de wijk San Marco. Dat vond ik een stuk minder leuk omdat het hier heel ‘chic’ is maar ook vooral heel toeristisch en na 18:00u is er niets meer te beleven. De eerste drie keer (2009, 2010 en 2011) zaten we in de wijk Canareggio, dat beviel toen dus erg goed maar inmiddels zijn de prijzen voor een overnachting in een appartement hier zo de pan uitgerezen dat ik mij afvraag of het er nog net zo gezellig van de locals is als destijds. De wijk Dorsoduro staat meer bekend als buurt waar studenten en locals nog wonen dus wellicht dat we daar de volgende keer een appartement zoeken. Giudecca is de wijk op de onderste eilandjes van Venetië, vanaf de Vaporetto-stop Zattere kijk je iets naar rechts op het enorme bakstenen gebouw van het Hilton en op het meest oostelijke puntje van deze wijk ligt de kerk van San Giorgio Maggiore. Dat ziet er allebei al imposant uit en in de rest van de wijk zijn ze nu bezig met grote renovatie projecten voor huisvesting dus ik ook erg benieuwd hoe deze wijk er over een paar jaar bij ligt.
Kortom, ik zou aanraden om in een van de buitenste wijken van Venetie te verblijven. De ‘San’ wijken in het midden hebben ook zeker bezienswaardigheden maar vind ik een stuk minder gezellig. In San Marco heb je natuurlijk het plein bij de Basiliek en het prachtige Dogenpaleis, de chique en minder chique toeristische winkelstraten, en de Rialto brug die je naar San Polo brengt. In San Polo heb je veel (toeristische) restaurantjes rondom de mooie markt aan de Canal Grande en veel mooie Palazzo’s zoals het Ca’ Pesaro waar ook nog eens mooie kunst te zien is. een overnachting in een van de hotels als het Aman in de Palazzo’s aan het Canal Grande staat ook nog wel op mijn lifegoals lijstje.. In de wijk Santa Croce zijn vooral functionele dingen te vinden voor aankomst en vertrek per bus/trein/auto en de overstap op de boot. Dit lijkt mij geen erg gezellige wijk voor een verblijf in deze mooie stad maar wie weet vind je er toch een pareltje.
De biënnale
Ik kwam aan op zaterdag, ik vloog om 10:40u vanaf Eindhoven en om 13:30 was ik op Piazzale Roma in Venetië. Na het kopen van een 72 uur pas voor de Vaporetto en het vinden van de juiste lijn was mijn eerste stop Giardini. Dit is het meest oostelijke puntje van ‘de staart van de vis’ en hier bevindt zich een park met de landenpaviljoens die speciaal voor de biënnale gebouwd zijn. De eerste biënnale was hier in 1895. In de afgelopen 125 jaar is de biënnale uitgesplitst in verschillende kunstdisciplines: beeldende kunst, architectuur, muziek, theater en dans. De architectuur biënnale is helemaal afgesplitst van de kunst biënnale en vindt in 2020 voor de 17de keer plaats in de even jaren, waar de kunst biënnale plaatsvindt in de oneven jaren. In 2019 was het dus de beurt aan de kunst biënnale en omdat de meeste locaties van de biënnale op zondag gesloten zijn had ik alleen de zaterdag en maandag om me te vergapen aan alle kunst vanuit de hele wereld. Op naar Arsenale! Overigens zijn zowel Giardini als Arsenale ook mooie locaties om te bekijken wanneer je niet speciaal voor de kunst of architectuur komt maar dan is het wellicht verstandig om begin mei naar Venetië te gaan. Al is een entreeticket voor de biënnale ook niet heel duur. Dit jaar kostte een regular ticket € 26,50. Hiermee heb je 1 keer toegang tot Giardini en 1 keer toegang tot Arsenale. Als student kon ik dit jaar de biënnale zelfs bezoeken voor maar € 17,50, het kost wat, zo’n studie, maar dan heb je ook wat In Arsenale ben ik altijd erg onder de indruk van de mooie grote ruimtes en ik kan het dan ook erg waarderen wanneer er in één zo’n ruimte dan ook één werk wordt gepresenteerd. Helaas is de kunst biënnale ook ieder jaar drukker bezocht en doen er ook steeds meer landen en kunstenaars mee waardoor de ruimte schaarser wordt. Dit jaar vond ik het in Arsenale dan ook vooral heel veel waardoor ik na het eerste gebouw blij was het café/snackpunt te zien om met een panini en een spritz op het terrasje aan het binnenwater van het vroegere overheids arsenaal van scheepswerven, wapen- en munitiedepots. Toen ik plaatsnam naast de hijskraan waar twee jaar geleden nog mooie glazen ballen op het grind lagen bedacht ik mij dat de boot die hier onschuldig omhoog getakeld leek te staan de boot was waarop in 2015 naar schatting tussen de 700 tot 1100 mensen de overtocht naar Italië probeerden te maken, met fatale gevolgen voor alle opvarenden. Dan schokt het thema van deze 58ste biënnale mij: ‘May we live in interesting times’. Die Spritz smaakt me ineens helemaal niet. Of, doe me er dan nog maar 50. Wat moet het zijn? Zal dat ook precies de bedoeling zijn geweest van Christoph Büchel die de boot onder de naam Barca Nostra hierheen bracht?
Ik ben nog een rondje doorgelopen langs de gebouwen en de paviljoens van o.a. China, India en Saoedi Arabië. Op zich allemaal al fascinerende landen, laat staan wanneer zij zelf kritische of juist kritiekloze inzendingen doen voor een internationale kunstmanifestatie. Je kan je wellicht voorstellen dat ik even genoeg indrukken en stof tot nadenken heb opgedaan voor deze dag..
Restaurants bij ons appartement
Gelukkig was ons appartement maar 5 minuten lopen vanaf Arsenale en daar trof ik mijn ouders in een zigzaggend steegje tussen 2 restaurantjes die er uitzagen alsof ik ze eerder had willen kennen zodat we hadden kunnen reserveren. Want dat was wel een domper, bij CoVino hadden ze over 6 weken (eind november) weer plek en bij Corte Sconta was ook geen plek op reservering maar kon je wel zonder reservering vanaf 19:00u in de rij gaan staan voor een tafel voor een uur. Dat zorgde in ieder geval voor gezelligheid onder ons woonkamerraam tijdens ons aperitief met de benen omhoog. Ik had op voorhand al wel wat onderzoek gedaan naar de barretjes en restaurants in onze buurt maar voor reserveringen vond ik het toch lastig om af te gaan op recensies en websites omdat het ook dan nog vaak een tourist trap blijkt in Venetië. Ook was ik dit keer gezellig met mijn ouders op pad dus een romantisch etentje in één van de mooie restaurants die ik nu gezien heb komt wellicht de volgende keer wel weer.
Bàcari e cicchetti
Wat mijn voornaamste doel was van het vooronderzoek op internet was het vinden van Bàcari e cicchetti: (wijn)barretjes met hapjes in de vitrine zoals je dat in Spanje gewend bent van de tapas en pincho’s. Ik kwam op googlemaps een paar leuke tegen die eventueel als onze stamkroeg in de buurt zouden kunnen fungeren dus na een klein aperitief met de benen omhoog in ons appartement was het tijd om de buurt en deze barretjes te verkennen. We kwamen uit bij Osteria a La Scuela want daar was het op straat al gezellig druk vanwege de live muziek van de beatles revival band die op 2 vierkante meter voor de bar stond te spelen en was in het eetzaaltje nog precies een tafeltje voor ons drieën vrij. Op naar de bar voor de keuze van cicchetti en de wijnen. Wij kozen voor een eerste rondje vis met inktvis, gevulde tomaten en gevulde courgette. Het tweede rondje gingen we voor de arancini (gefrituurde gevulde rijstballen) met gehakt en cannelloni met ricotta en spinazie. Omdat we alles wilden proeven was dit meteen goede maaltijd voor de eerste avond. Toen de band om 22:00u ophield met spelen om niet voor (nog meer) overlast voor de bewoners te zorgen was dat voor ons ook een mooie tijd om ons laatste wijntje op te drinken en terug naar huis te lopen voor een laatste slaapmutsje.
Kunst op zondag – Palazzo grassi & punta delle dogana
De volgende dag was het zondag en we hadden eigenlijk het plan om voor het zondagse ontbijt bij de bakker om de hoek taartjes te halen maar helaas waren die allemaal dicht. Na een goede koffie uit de percolator die er minstens drie in alle appartementen in Venetië staan was het dus hoogste tijd om op pad te gaan. Op zondag zijn de meeste locaties van de biënnale gesloten, zowel de hoofdlocaties als de ‘colleteral’ locaties (dat vond ik een mooi woord in de boekjes). Wat echter wel open is en zeer de moeite waard voor de gebouwen maar tot nu toe ook altijd zeker voor de tentoonstellingen zijn Palazzo Grassi en Punta della Dogano. Voor € 18,- koop je een ticket waarmee je bij allebei de locaties 1 keer naar binnen kan. In 2017 was in deze beide locatie de tentoonstelling ‘Treasures from the Wreck of the Unbelievable’ van Damien Hirst te zien. Dit was echt de meest fantastische tentoonstelling die ik ooit gezien heb doordat het concept zo perfect uitgewerkt was met ‘geschiedkundige stukken’ over de eventuele herkomst van het schip, beelden van de (in scene gezette) vondst en optakeling van de schatten en het schip en de prachtige beelden die zo genaamd van het schip afkomstig waren. En dit alles dan in fantastische ruimtes waar allemaal verschillende nationaliteiten in hun eigen taal en met hun eigen culturele gewoontes en manieren zich afvragen of het nou allemaal echt of nep is. Dit jaar was het in het Palazzo Grassi de beurt aan Luc Tuymans met een overzichtstentoonstelling van zijn prachtige oeuvre. Wij waren om 10:30u bij de entree en zijn toen op de bovenste verdieping begonnen en naar beneden gelopen en dat was een goed plan want toen we 1,5 uur later beneden waren hadden ze kassa gesloten omdat het te druk was in het museum.
typische venetiaanse lunch bij Zattere
Na de werken van Luc was het tijd voor een rondje Venetië en zijn wij vanaf Palazzo Grassi via Ponte dell’Accademia de wijk Dorsoduro ingelopen. Op de heenreis met de Vaporetto had ik bij Zattere een aantal leuk uitziende restaurants gespot en omdat wij San Marco richting de Rialto brug en de buurt San Polo al gezien hadden vonden wij het leuk om eens een rondje in deze buurt te lopen. Met lekker weer is het plein Campo Sante Margherita erg leuk, dit is vlakbij de universiteit en je ziet hier dan ook relatief veel jongeren. Vandaag was het helaas niet heel mooi weer dus we gingen vooral op zoek naar een menu dat ons aanstond in plaats van een mooi terras in de zon. Dat vonden wij bij Ristorante Alle Zattere in het menu Veneziano met de, de naam zegt het al, typische Venetiaanse gerechten. We namen Sarde in “saor”, spaghetti alle vongole en waar mijn tafelgenoten gingen voor de lever op Venetiaanse wijze koos ik voor de Seppie in nero alla Veneziana. Dat was een beetje een wilde gok maar de stoof van octopus in zijn eigen inkt met knoflook, tomaat en rode wijn was erg smakelijk. De portie had wel iets kleiner gemogen maar ik heb het toch zeker met smaak opgegeten. En als afsluiter natuurlijk een huisgemaakte tiramisu en een macchiato, dead by tiramisu, I love it.
Tijd voor een after lunch wandeling! Hoewel we ons voorgenomen hadden om geen kunst meer te doen deze middag kwamen we op miraculeuze wijze toch uit bij een ‘collateral event’ van de biennale, het werk vanuit Zuid-Australie: Living Rocks: A Fragment of the Universe. Hiervan kregen we blijkbaar toch een oppepper want daarna zijn we via de basiliek van Santa Maria della Salute ook nog naar de tentoonstelling Luogo e Segni in het Punta della Dogana geweest, we hadden de combitickets met het Palazzo Grassi immers toch al en het was helaas niet echt mooi weer.
Strand op het Lido
In eerdere jaren zijn we op dit soort middagen met mooi weer namelijk een aantal keer naar het Lido gegaan. Dit is het langwerpige eiland dat de lagune van Venetië afschermt van de Adriatische zee waar het filmfestival ieder jaar plaatsvindt. Je kan hier met de Vaporetto heen maar zodra je voet op het eiland zet valt het ineens op dat hier ‘gewoon’ auto’s en bussen rijden. Dat vind ik altijd weer even wennen en met kinderen is dat dan ook ineens weer even schakelen van het ‘lopen ze niet te dicht bij het water’ naar ‘pas op er rijden hier auto’s’ instinct. Wat echter wel heel leuk is aan het Lido, met of zonder kinderen, is dat je hier aan de kant van de Adriatische zee een enorm lang strand hebt. Met mooi weer liggen de bedjes vol met welgestelden gasten en zijn de strandhuisjes volop in gebruik bij Italiaanse gezinnen. Voor deze privéstranden betaal je entree, reken op zo’n 20 euro per persoon voor een bedje met parasol. Toen wij hier met z’n tweeën waren (voor 2013) was dit hemels op een dag dat het 25 graden was maar met kinderen of voor een snelle duik is het openbare strand Playa Blanca Di Benvenuti Matteo meer dan prima. Je komt er door onder een bouwwerk door te lopen dat ooit vast heel futuristisch leek waarin ook de Blue Moonbar zit. Bij deze bar kan je dan weer mooi spritz halen voor als de kinderen in het zand aan het spelen zijn of voor tijdens het zonnebaden.
Op het Lido hebben wij in de tuin bij Ristorante al Giardinetto op zonnige dagen heerlijke pizza’s en pasta gegeten. Naast het restaurant is ook een overdekte speelhal voor kinderen.
San Marco plein
Voor ons was het na toch nog een kunstshotje terug te gaan naar het appartement. Via het San Marco plein met toch nog een snelle blik op de toren, de basiliek, de Brug der Zuchten en het prachtige Dogenpaleis liepen we via de kleine steegjes met duizenden souvenirwinkeltjes ‘managed by China’ via de supermarkt voor drankjes en lekkere ham, worst en kaas terug naar ons fijne buurtje. Heerlijk om na zo’n dag met uitgebreide lunch lekker in een fijn appartement een potje te kaarten onder het genot van je zelf bereide spritz met lekkere lokale hapjes. Wat wel leuk is als je de eerste keer in Venetië bent, is om ’s avonds eens over het San Marco plein te lopen. Dan lijkt het er spookachtig verlaten ten opzichte van hoe druk het er overdag is.
Giardini – de landenpaviljoens van de BIËNNALE
Voor de laatste dag stond deel 2 van de biënnale nog op de planning: Giardini. In Giardini bevinden zich de landen paviljoens. Het Nederlandse paviljoen is ontworpen door Gerrit Rietveld. Dit keer was de inzending van Nederland in mijn optiek van tevoren al mislukt omdat er werk getoond zou worden van Stanley Brouwn als een soort ode aan zijn Surinaamse roots terwijl hij er juist altijd zijn best voor heeft gedaan om zijn achtergrond op geen enkele wijze deel van zijn kunst te maken. Zijn weduwe heeft dan ook protest aangetekend tegen het tonen van zijn werk en daardoor werd het paviljoen nu gevuld met de kunst van Iris Kensmil en Remy Jungerman die ook nog extra werk gebaseerd op het werk van Stanley Brouwn geproduceerd hadden om de voor Brouwn bestemde ruimte in het paviljoen te vullen. Zo zie je maar, de wereld van de kunst kent ook zijn eigenaardigheden.
Het was dit keer zelfs in oktober bijzonder druk op de biënnale terwijl het in de eerdere jaren in oktober een stuk rustiger was dan bijvoorbeeld in juni. Bij een aantal paviljoens stonden wachtrijen van een uur, ook omdat er maar een bepaald aantal mensen tegelijkertijd naar binnen mocht en ook hier maakt exclusiviteit dingen extra gewild want gedurende de dag werden de rijen alleen maar langer. Voor ons werd het tijd voor de lunch. Op het terrein van de biënnale kan je bij de cafeetjes beste lekkere sandwiches en panini’s, biertjes, spritz en andere versnaperingen kopen. In Giardini is er ook een à la carte restaurant maar ik bewaar de trek in pasta dan liever voor een restaurantje in de stad.
Cannaregio
Op onze laatste middag was het natuurlijk nog wel even tijd om de Rialto brug nog even te zien en een rondje te maken in ons oude buurtje, Cannaregio. Hier is ook het European Culture Center en daar was wederom een ‘collateral event’. Eerlijk gezegd vond ik de kunst hier een verademing na Giardini waar vooral veel landen een film van 20 minuten of langer vertoonden. Dat was dan wel echt het laatste cultuurshot van dit weekendje Venetië, tijd voor een spritz! Na zo’n dagje vinden wij het altijd heerlijk om vanaf Rialto na een blik op de brug snel naar het terras van San Giovanni – Vini e Chiccetti te lopen. Sowieso zijn de hapjes en wijnen hier lekker maar het is vooral ook heel leuk om hier mensen te kijken. Het terrasje heeft maar 6 tot 8 tafeltjes dus je moet wel geluk hebben voor een plaatsje maar aan de bar is het anders ook prima. Als je op het terras zit kijk je uit op een trap/brug alsof je naar een catwalk kijkt. Wijntje en wat chiccetti erbij en even lekker de gedachten op nul. Na dit terrasje is het avondeten bij Osteria Da Alberto een leuke volgende stop met een leuke wandeling door Cannaregio vanaf Canal Grande richting het noorden. Een andere leuke bar in Cannaregio is Il Paradiso Perduto. Deze bar ligt tegen het Joodse ghetto in Venetië aan, ook zeker een interessante buurt voor een slenter middag!
Voor ons was het tijd om naar ons appartement terug te gaan en de koffers in te pakken. We moesten dinsdag vroeg in de ochtend op de vaporetto richting Piazzale Roma. Als avondeten gingen we toch nog op pad voor een pizza op de laatste Venetiaanse avond. Om de hoek bij onze stamkroeg zit Osteria ale do’ Marie waar we in de overdekte binnentuin een heerlijk pizza op hebben. Het was weer een heerlijke culinaire en vooral culturele dagen in Venetië!
Het thema voor de architectuur biënnale van 2020 is ‘How we will live together’. Vanuit mijn werk en studie vind ik dit een erg interessant onderwerp waar ik mij vrijwel dagelijks mee bezighoud dus wellicht vind je mij volgend jaar tussen 23 mei en 29 november wel weer een weekendje in Venetië.